![]() |
INHOUD EHBO-koffer van je
hond: Een schaar met stompe, afgeronde punten. Om verband en dergelijke mee te
knippen. Afgeronde punt zodat je hem niet verwond als je de schaar
bijvoorbeeld gebruikt om haartjes rondom een wond weg te knippen. |
|
![]() |
Maagkanteling: Voorkom een maagkanteling
(maagtorsie) bij uw hond: |
|
![]() |
Ongedierte: Vooral in de zomermaanden moet u uw hond dagelijks onderzoeken op vlooien, die niet alleen lintwormen overbrengen, maar bovendien door het krabben en bijten, waartoe ze hun onvrijwillige gastheren aanzetten, aanleiding kunnen geven tot uitslag of eczeem. Bovendien kunnen ze bij zeer jonge honden bloedarmoede veroorzaken. Wilt u deze springers afdoende bestrijden, dan moeten natuurlijk ook de ligplaatsen van uw huisdieren regelmatig en grondig ontsmet worden. Het beste kunt u voor de hond vlooienpoeder gebruiken. Uiteraard volgens de gebruiksaanwijzing. Een vlooienband kan af en toe overgevoeligheids reacties veroorzaken. Als u de hond ziet krabbelen en/of bijten, poeder hem dan goed in. Na een half uurtje met een fijne kam goed doorkammen, de vlooien zijn dan versuft door de poeder en makkelijk te vangen. Ook kan uw hond tijdens de zomer een teek oplopen, die u over het algemeen pas zult ontdekken als zij zich volgezogen hebben zodat ze gedeeltelijk buiten de vacht steken. Trekt u ze dan niet zomaar los, want dan blijft vaak de kop in de huid achter en dit kan aanleiding geven tot verzweringen. Probeer met een draaiende beweging (alsof u een schroef losdraait) de teek uit de huid los te trekken. Hierna het wondje ontsmetten. Het bedwelmen van de teek met benzine, aceton of andere vloeistof mag niet, omdat de teek als schrikreactie een hoeveelheid gif in de hond kan spuiten. |
|
![]() |
Lintworm: Als uw hond ondanks een goede eetlust mager wordt en blijft, let er dan op of er in zijn ontlasting kleine witte stukjes zitten die er uitzien als meloenpitjes. Dit duidt op lintworm, de hond is hiermee waarschijnlijk besmet geraakt doordat hij een vlo heeft doodgebeten. De vlo is namelijk de tussengastheer van de lintworm. Haal hiervoor tabletten bij de dierenarts. |
|
![]() |
Spoelwormen: Veel jonge honden hebben tijdens hun eerste levensjaar last van spoelwormen. Deze zien eruit als witte draadjes in de ontlasting. Ontworm uw hond elke drie maanden tijdens zijn eerste levensjaar. Tabletjes hiervoor haalt u bij de dierenarts. Verder ontwormt u uw hond 2 maal per jaar. |
|
![]() |
Diarree: Duidt meestal op een storing van maag en darmen, vooral bij jonge honden die vaak allerlei dingen opeten van de straat of de uit de tuin, zoals steentjes, stukjes hout en dergelijks. Het beste is een dag of twee vasten, wel gekookt water geven of slappe thee met wat druivensuiker. Door het overgeven en/of diarree raakt de hond erg veel vocht kwijt, terwijl de nieren nu extra hard moeten werken om de schadelijke stoffen uit het lichaam te verwijderen. Wil de hond niet drinken, giet dan met een theelepeltje voorzichtig wat gekookt water met druivensuiker of honing naar binnen. Houd de hond vooral warm. Veel regen en nattigheid, vooral 's- winters kunnen dikwijls ook de oorzaak zijn van maag- en darmstoornissen. (eten van sneeuw) Controleer in ieder geval rectaal zijn temperatuur. De normale lichaamstemperatuur bij de hond ligt hoger dan bij de mens. n.l. 38 a 39 graden Celsius. Is zijn temperatuur lager dan 36.5 of hoger dan 40 neem dan direct contact op met uw dierenarts. Is de maag en/of darmstoornis minder ernstig en heeft de hond geen koorts, dan is een dag vasten vaak al voldoende. Geef de eerste dagen daarna geroosterd wittebrood, beschuit, wat droge hondenbrokjes (geen diner), gekookt vlees en gekookte witte rijst, gekookte kip en vis. GEEN groenten, kalk en olie. Pas als zijn ontlasting weer normaal is kunt u langzaam overschakelen op zijn normale voeding. |
|
![]() |
Gehoor
van de hond:
Het gehoor van
een hond is beslist superieur aan dat van een mens. Testen wezen uit de
een hond geen gevolg geeft aan geluiden tot in de derde levensweek.
Vanaf dat ogenblik gaat het gehoor een grote rol spelen in hun leven.
Honden hebben niet alleen 'grote oren' in vergelijking met de mens, maar
kunnen die ook bewegen ! Zes honderdsten van een seconde volstaan voor
een hond, om een geluid te lokaliseren ! Met één oor vangt hij het
geluid op en het andere gebruikt hij voor de 'fijnafstelling'. Een hond
kan ook geluiden waarnemen die vier keer zo ver verwijderd zijn als de
geluiden die wij als mens kunnen waarnemen. Een hond hoort een geluid
niet 'harder', maar wel 'beter' en 'verder', doordat hij er zijn oren
perfect kan op afstemmen. 'Lange' geluidsgolven of -trillingen worden
door hond en mens even goed gehoord, maar van zodra het gaat om 'hogere
tonen' is het menselijk gehoor beperkt tot een golflengte van 20.000
hertz. Een hond daarentegen, kan tonen horen tot een bereik van 30.000
hertz. In die zin worden 'hondenfluitjes' gebruikt : die produceren een
toonhoogte die tussen de 20.000 en de 30.000 hertz ligt, zodat de mens
het niet meer hoort maar de hond wel ! Met hun frequentiebereik zijn
honden echter niet de 'supers' van het dierenrijk. Een vleesmuis kan
bijvoorbeeld tonen horen tot 95.000 hertz en een dolfijn tot 130.000
hertz.
Oorproblemen komen bij honden zeer vaak voor ! Het voortdurend schudden
met het hoofd, krabben aan het oor en onfris riekend oorsmeer zijn de
opvallendste symptomen. De oorzaak is meestal een parasiet : 'oormijt'.
Honden met dichtbehaarde, zware afhangende oorflappen zoals spaniëls,
hebben meer last van oorproblemen dan honden met staande oren zoals
bijvoorbeeld de Duitse Herdershond. Bij sommige rassen komt erfelijke
doofheid voor, vaak in samenhang met een spierwitte vacht. Een
verminderd gehoor en zelfs doofheid worden in verband gebracht met hoge
leeftijd. Evenwichtsstoornissen tengevolge van ooraandoeningen komen bij
honden van elke leeftijd voor. Deze worden meestal veroorzaakt door
ontstekingen van de inwendige gehoorgang.
|
|
![]() |
||